Klinisch onderzoek Groningen.

Hieronder allerlei artikelen, gegevens, beweringen en uitspraken van zowel leken, ms-patienten en medisch specialisten. Belangwekkende gegevens in het rood.

 

Hengelo, 3 februari 2005.
Artikel  uit de STENTOR door Jelle Boonstra d.d. 13-01-2004. Hieronder zijn verhaal over het experiment in Groningen.
 
Kan een bijtje - van amper drie centimeter - het ziekteverval bij Multiple Sclerose stoppen of zelfs ten goede keren? Zelfs de farmaceutische industrie heeft geen antwoord op de slopende werking van MS. Nieuw is de gedachte allerminst: de Grieken schreven aan bijengif al een heilzame werking toe. Voor het eerst wordt de therapie in Nederland nu grondig onderzocht. Blijft het bij-geloof of wordt het een wetenschappelijke doorbraak?

Gistermiddag werd de opzienbarende proef officieel gestart. Het komende jaar laten 28 MS-patiënten zich driemaal in de week door bijen prikken. Een imker komt daartoe hoogstpersoonlijk voorrijden. Per sessie worden 20 prikken in het bovenbeen gezet. En als de benen door de bollingen en lichte allergische reacties vol komen te zitten wegens de zestig wekelijkse steken, dan gaan ze op de rug gewoon verder.

Grote motivator is radioloog Taco Wesselius (52) uit het Gemini-ziekenhuis in Den Helder. Vanwege zijn interesse kwamen de lijnen eigenlijk bij toeval samen. Al jaren is hij amateur-imker. Toen zijn vrouw te horen kreeg dat ze MS had, begon hij publicaties te lezen over de wonderwerking van bijengif.

MOE

Wesselius liet z‘n vrouw bij wijze van experiment door z‘n bijen prikken. De verslechtering door MS stopte vrijwel onmiddellijk: ‘Ze loopt nu weer tien kilometer hard door het bos‘. Die mededeling ontlokte vorige week donderdag kreten van enthousiasme in het vergaderzaaltje bij Van der Valk in Breukelen, vol met de proefpersonen aan deze letterlijke steekproef. Mannen en vrouwen, uit alle delen van het land, en met de spierziekte in allerlei stadia van ontwikkeling: sommigen in een rolstoel, anderen nog zelf ter been.

De risico‘s ten spijt doen ze maar wát graag mee aan het experiment. ‘Er tegenop zien? Integendeel: ik kijk er reikhalzend naar uit‘, zegt Karel Kerkhof, die gistermiddag in het Friese Bergum zijn eerste prik kreeg. Grote delen van de dag ligt hij noodgedwongen op z‘n bed. Aankleden en kleine werkzaamheden in huis zijn al buitengewoon uitputtend. ‘Mijn energie is gewoon op.‘

Net als de andere deelnemers leefde hij op door resultaten van kleine experimenten in Amerika, waarbij na bijenprikken de MS-ontstekingen in zestig procent daadwerkelijk werden afgeremd. Bijna een derde van de deelnemers merkte vooruitgang: spastische bewegingen werden minder. Soms verbeterden spraak, lopen en de blaasfunctie. Ook de moeheid verdween wat. Na een priksessie stapten patiënten soms vanuit een rolstoel zelf in bad - iets waarvan velen alleen konden dromen. Vaak is dat trouwens een kortstondige ‘kick‘, waarschuwde Wesselius er in Breukelen meteen bij, een top aan energie die doorgaans zo weer wegebt.

Omdat het zo precair ligt wil neurologe dr. D.J. Heersema van het Academisch Ziekenhuis in Groningen niet eens aan dit verhaal meewerken. Zij doet - met de Leidse professor dr. J.H.A. de Keyser - de wetenschappelijke begeleiding. ‘De verwachtingen zijn zo verschrikkelijk hoog. Ik wil niets aanwakkeren zonder bewijzen‘, laat ze via een medewerkster zeggen. Patiënten worden in Groningen vooraf neurologisch getest. Ook na afloop doen ze er weer lichamelijke en psychische proeven. Bovendien moeten ze in Den Helder tien keer door de MRI-scanner. De resultaten gaan naar de Rijksuniversiteit Leiden, waar wordt bekeken of ontstekingen langs de zenuwbanen wel of niet verminderen.

De helft van de kandidaten wordt dit eerste half jaar geprikt en in de tweede helft niet. Bij de andere groep is het net andersom. Met deze cross-over aanpak ontstaan controlegroepen: een wetenschappelijke voorwaarde.

De patiënten moeten op hun vrije zaterdag of zondag door de scan. Wesselius mag daarvoor de scanner in z‘n eigen ziekenhuis gebruiken, die er in het weekeinde toch maar werkeloos bijstaat. Hij porde collega‘s op - zoals een gepensioneerde anesthesist - om te helpen. Zo worden de kosten gedrukt en kun je het onderzoek er ondanks de ziekenhuisroosters toch doorheen schuiven. Maar het blijft kostbaar: belangenvereniging Msi (Multiple Sclerose International) betaalt straks de eindafrekening van 200.000 euro.

TENDENS

Natuurlijk: iedereen is zo nuchter als het maar wezen kan in Nederland. De opmerking van Wesselius over z‘n hardlopende vrouw in het bos was een slip-of-the-tongue - ook al is hij zelf gelovige in de methode. ‘U zult mij niet horen zeggen dat het gaat helpen. In de medische literatuur bestaan wel veel anekdotische verhalen over de werking die bijengif zou kunnen hebben, maar daarmee is natuurlijk niets bewezen. Er is wel voorzichtig een tendens in te zien. Aan ons de taak om het nu objectief vast te stellen. Ik hoop echt dat we een positief effect op MS kunnen aantonen en dat we de bijensteektherapie uit het alternatieve circuit naar het reguliere medische circuit kunnen brengen.‘ Dan heeft elk groot ziekenhuis wellicht ooit nog eens een eigen imker.

Hoe het met de bijen werkt, zette hij voor de deelnemers in het zaaltje kraakhelder neer. Het begint natuurlijk met de bij zelf. Een vrouwtje, want die heeft het meeste gif. ‘Een bij is een vliegende enzymenfabriek, er zitten zoveel elementen in bijengif dat voor elke aandoening wel een middel te vinden is.‘ Behalve tegen reumatiek, gewrichtspijnen en zenuwziekten zetten de Egyptenaren het zelfs in tegen kaalheid. Wesselius wijst op z‘n glanzende schedel: ‘Nee, niet zelf geprobeerd‘.

De medische wetenschap deed de loutering van de bijensteek al gauw als kwakzalverij af, en de volksgeneeskunde ging ermee aan de haal. Onderzocht werd het nooit - in schrille tegenstelling tot het gif zelf. Alleen op de wetenschappelijke site Pubmed zijn al 3480 artikelen te vinden over de aard en samenstelling. Dat gif is trouwens op z‘n allersterkst op het moment dat de bij z‘n steek uitdeelt. Het wordt ter plekke dan gemengd uit verschillende blaasjes en klieren: meteen de reden dat een prik van een levende bij valt te prefereren boven een preparaatje uit de injectiespuit. Verser dan van de bij is het niet te krijgen.

Een druppel gif bevat achttien werkzame stoffen als mellitine, apanin, peptide 401, adolapin. Van sommigen is wetenschappelijk bekend dat ze het auto-imuun systeem versterken, dat bij MS juist faalt. ‘Mellitine heeft een ontstekingsremmend effect: dat stuurt een signaal naar de hersenen om een cortisol-afscheiding te maken, die ontstekingen kan verminderen. Peptide 401 is uit onderzoek honderdmaal zo sterk gebleken als Prednison. Zonder de bijwerking dan van dit farmaceutische middel.‘

Op mensen is het bijengif nog nooit officieel uitgeprobeerd. Op ratten wel. ‘Bij rattenproeven blijkt dat bijengif in vijftig procent van de gevallen darmkanker geneest.‘
De eerste prikken zijn het ergste voor de proefpersonen: dan ontstaan fikse zwellingen en bobbels. Niet de prik zelf doet pijn, maar het gif onder de huid irriteert. Na een maand is het over, dan zijn de patiënten - net als de imkers - vrijwel immuun. Omdat er toch gevaren aan zitten, mag prikken alleen gebeuren met de huisarts erbij. Vaak zullen patiënt en imker elkaar daarom in de dokterspraktijk treffen.

Al is elke kandidaat getest, toch zijn allergische reacties niet uit te sluiten: grieperigheid, lichte koorts en diarree. Bovendien kan de bloeddruk vlak na de prik sterk dalen. Met een prik van een Epipen kan dat risico worden afgewend. De verwijding van bloedvaten door het bijengif wordt met adrenaline dan teniet gedaan. Maar dat moet wel op het juiste moment, vandaar dat de dokter een half uur de symptomen in het oog dient te houden. Daar komt nog eens bij dat bijenprikken bepaald geen exacte wetenschap zijn: de samenstelling van het gif varieert. In de winter is het gif minder werkzaam dan in de zomer. ‘Ook de kracht verschilt: daar kan een factor tien tussen zitten.‘

EREZAAK

Zes imkers doen mee aan de proef - de meesten van hen bedaarde mannen in Noorse truien en een noordelijke tongval. Deelname aan het experiment vinden ze een erezaak. Wat is er nou mooier dan dat je met je eigen bijtjes het leven van je medemens misschien op een allesbepalende manier kunt veranderen?

Balding Dekker, imker annex beeldend kunstenaar uit Oostwoud, trappelt van ongeduld. Sinds hij zichzelf genas van een ernstige reuma door zich door z‘n eigen bijenvolk te laten steken, reist hij als een ambassadeur voor de methode door stad en ommeland. Sinds een maand of tien prikte hij op niet-wetenschappelijke manier al enkele MS-patiënten, soms met verrassende gevolgen. ‘Een Heerenveense patiënt kan zijn tenen weer bewegen. Die was totaal verlamd, ook zijn zicht is beter. Ongelofelijk als je dat ziet.‘
De toer langs de MS-patiënten zelf is zo simpel als wat, met een potje bijen op de voorbank en een tangetjeals de voornaamste attributen. Voor de priksessie worden de bijen natgespoten, zodat ze niet door de hele huisartsenpraktijk vliegen. Bovendien zijn ze zo narrig genoeg om op de huid meteen toe te steken.

Binnen MS-kringen trekt het onderzoek uiteraard veel belangstelling. Dat heeft een schaduwzijde: ook anderen doken inmiddels op het fenomeen en niet altijd met de beste bedoelingen. Vanuit België wordt sinds kort nu een pakket met twee pilletjes, een cd-rom en wat tangetjes aangeboden, waarmee een mens voor 150 euro zelf wat kan pionieren. Wesselius begrijpt dat ongeduld. Maar zonder gevaar is het allemaal dus niet. ‘En wij proberen er door een hele zorgvuldige en wetenschappelijke aanpak een einde aan te maken.‘
 

Bijengiftherapie voor MS-patiënt

Door RIEKS HOLTKAMP

Woensdag 25 juni, Over drie weken starten de neurologische afdelingen van het Academisch Ziekenhuis Groningen en het Gemini Ziekenhuis in Den Helder een onderzoek naar de effecten van de bijengiftherapie op MS-patiënten. Twee Amerikaanse patiënten vertelden onlangs razend enthousiaste verhalen, maar in het Nederlandse publiek zaten ook sceptici.

Radioloog dr. Taco Wesselius van het Gemini Ziekenhuis in Den Helder verwacht dat hij over drie weken met een 'bijenbus' de eerste patiënten langs kan gaan. Een speciaal hiervoor opgeleide imker en een verpleegster gaan dertig proefpatiënten thuis wekelijks bijensteken toedienen. Het aantal wordt langzaam opgevoerd tot uiteindelijk drie doses van twintig steken per week. De imker heeft de bijen in een kast bij zich en neemt telkens met een soort tangetje een bij uit de kast en plaatst die op dat deel van het lichaam waar de bij moet prikken. De bij wordt agressief omdat die vastgepakt wordt, steekt en laat zijn angel achter in de huid van de patiënt. Kort daarop sterft de bij overigens.
In Groningen worden de proefpersonen om de anderhalve maand aan een klinisch neurologisch onderzoek onderworpen en wordt er een MRI-scan gemaakt. Na een half jaar stopt de bijensteektherapie en wordt bezien welke ontwikkeling er bij de patiënten optreedt. 'Dit onderzoek is nodig', vindt Wesselius, 'want je kunt je wel beter voelen, maar het is niet gezegd dat je ook beter bént.' Met dit onderzoek, zegt Wesselius, 'hopen we in ieder geval een indicatie te krijgen of het wat doet, ja of nee. Als het werkt kunnen we met een groot onderzoek beginnen.'
Overigens is het niet het eerste wetenschappelijke onderzoek. In de jaren dertig werden door dr. Bodog F. Beck uit New York al wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar de positieve effecten van bijengif, waarvan hij verslag uitbracht in het standaardwerk The Bible of Bee Venom Therapy.
De bijengiftherapie kent inmiddels wereldwijd een groot aantal vurige aanhangers. Bestanddelen van het gif - enzymen, polypeptiden en organische stoffen met een laag moleculair gehalte - zouden een gunstige uitwerking hebben op verschillende symptomen van multiple sclerose (MS). MS is een aandoening van het centrale zenuwstelsel, die wordt veroorzaakt door het eigen immuunsysteem dat de isolatielaag van de zenuwbanen aantast. Daardoor kan het zenuwstelsel bepaalde signalen niet meer aan de lichaamscellen doorgeven.

Raadsel

Maar wat de actieve stoffen in bijengif precies doen in het menselijk lichaam is tot nu toe een groot raadsel. Tijdens een lezing van twee Amerikaanse MS-patiënten die zeggen zelf veel baat te hebben bij de bijensteektherapie, onlangs in Bergeyk, blijkt hoe zeer de 'gelovigen' en de sceptici tegenover elkaar staan. Kritische opmerkingen, zoals van MSverpleegkundige Sylvia Hollanders, verbonden aan het Geldropse St. Annaziekenhuis, die de pijnlijke therapie 'pure horror' noemde en die zich hardop afvroeg of er wel wetenschappelijke bewijzen zijn voor de genezende effecten, worden door organisator Richard Boone niet erg op prijs gesteld. 'Als ik zie wat deze therapie allemaal voor goeds heeft gedaan, heb ik helemaal geen papiertjes met onderzoeksresultaten nodig', roept hij onder applaus van het publiek.
Ook vragen van een aanwezige arts die wil weten welke voordelen deze therapie heeft boven concurrerende geneeswijzen als paardenmelktherapie, slangengiftherapie, Chinese therapie, Russische natuurgeneeswijzen worden niet beantwoord. Een discussie over zijn stelling dat je om de resultaten te kunnen vergelijken een controlegroep moet hebben, komt niet van de grond.

Amerika

Toch is onderzoek noodzakelijk, vindt ook dr. Bellanti van de Georgetown University in Washington. Aan deze universiteit wordt met onderbrekingen al vijftien jaar onderzoek gedaan. Een documentaire van Discovery Channel over dit onderzoek was augustus vorig jaar voor Boone en zijn al negen jaar aan MS lijdende 36-jarige vriendin Marga, aanleiding om naar de Verenigde Staten te gaan voor een nadere kennismaking met deze geneeswijze. Bellanti, geconfronteerd met enkele opmerkelijke resulaten die MRI-scans lieten zien, zegt in die documentaire dat alleen geloof en vertrouwen niet voldoende zijn: 'Er moet meer onderzoek worden gedaan.'
In de VS komen Boone en zijn vrouw in contact met Floyd Alexander en Reyah Carlson. Zij werken beiden al jaren met deze therapie en geven er voorlichting over. Boone en zijn vriendin raken zo enthousiast dat Marga meteen begint met de bijensteektherapie, waardoor zij naar eigen zeggen al elf maanden geen prednisonkuur heeft hoeven doen. Tevens besluiten ze om de beide MS-Patiënten uit de VS te laten overkomen om hier in Nederland lezingen te geven. 'Natuurlijk zijn die bijensteken pijnlijk, hoewel je er wel langzaam aan gaat wennen. Maar ik ga er mee door omdat ik er baat bij heb. Anders zou ik onmiddellijk stoppen', zegt de Amerikaanse Reyah Carlson tijdens de bijeenkomst in Bergeyk.


(Krantenartikelen kunnen hun eigen leven gaan leiden. Daarom is een enkele correctie uit deze artikelen noodzakelijk. "Voor het steken worden uitsluitend vrouwtjes gebruikt, want die hebben meer gif."  Dit is onzin. Mannetjes (darren) hebben geen gif en ook geen angel.  "28 deelnemers doen mee aan het experiment". Dat is niet juist. Het waren er 26 waarvan er minstens één vroegtijdig is afgehaakt. Bij MOE wordt MS een spierziekte genoemd. Een wijd verspreid misverstand. Jelle)

Uit het Friesch Dagblad. 
woensdag, 22 december 2004, Regio
MS-patiënt weet zeker dat hij baat heeft bij bijensteken
marscha van der vlies
Burgum – Het laatste half jaar was zwaar voor Karel Kerkhof uit Burgum. De MS-patiënt deed het afgelopen jaar mee aan een wetenschappelijk onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar de werking van bijengif op het verloop van de ziekte aan het centrale zenuwstelsel. In juni interviewde het Friesch Dagblad Kerkhof. Hij had toen net een halfjaar lang bijensteken gehad en voelde zich ronduit onoverwinnelijk.
Om het onderzoek goed te volbrengen moest Kerkhof het afgelopen half jaar zonder de steken stellen. ,,Dat was heel zwaar. Al na een week zonder voelde ik me vermoeider. Ik moest zelfs enkele weken in een rolstoel doorbrengen. Ik had het gevoel dat er iets ontbrak in mijn lichaam. Je kunt het het beste vergelijken met het hebben van griep. Je voelt je ellendig. Af en toe had ik een goede dag. Een wereld van verschil dus met het eerste halfjaar”, constateert de Burgumer.
In de eerste zes maanden kon Kerkhof, die waarschijnlijk al een jaar of vijftien aan multiple sclerose lijdt, eindjes fietsen en zat hij elke dag vol met energie. Hij beschrijft in het FD in juni triomfantelijk dat hij een autorit van 200 kilometer heeft gereden. Kort daarvoor was hij al uitgeteld na een autoritje naar de supermarkt.
Terugvallen viel hem dan ook zwaar, al kon hij het op zijn klompen aanvoelen dat dit zou gebeuren. ,,Ik stond ’s ochtends op en vroeg me af hoe ik de dag nu weer moest doorkomen. Ik leefde via een schema; ik had geen energie en ruimte om andere dingen te doen. Hele weken heb ik in een rolstoel moeten doorbrengen. Via de Universiteit werden wel activiteiten georganiseerd om ons op te peppen. Je moet het toch zelf doen.”
Maar Kerkhof blijft er nuchter onder. ,,Ik woon in een buurt waar vijf mensen wonen die MS hebben. Zij gaan achteruit, terwijl ik weet dat de bijensteken mij helpen. Dat raak ik niet meer kwijt zelfs al stopt het onderzoek. Ten behoeve daarvan moest ik een half jaar stoppen met de steken: jammer voor mij, maar goed voor het onderzoek. Ik had de lusten ervan en dan dus ook maar de lasten.”
Net een week geleden is Kerkhof weer begonnen met de steken. Hij merkt direct verbetering. ,,Zo was ik het afgelopen half jaar voortdurend koud. Na een steek voelde ik direct de warmte. Ik merk dat ik weer energie krijg en ruimte voor ideeën in mijn hoofd.”
Verder heeft hij nu geen last van de bijwerkingen die het gif de eerste keer met zich meebracht. ,,Toen ik vorig jaar met het experiment begon had ik last van jeuk en dikke benen. Dat was geen pretje. Gelukkig is dat nu niet zo. Waarschijnlijk is er al die tijd toch iets van het gif in mijn lichaam achtergebleven.”

Carnica bijen

Kerkhof haalt de bijensteken bij een imker in de buurt en niet langer meer via de universiteit. In de zomer zet hij zijn eigen bijenkast in de tuin. Nu krijgt hij wekelijks een pot carnica bijen mee. ,,Die moet ik af en toe even bijvoeren met water en honing en dan steek ik mezelf een paar keer per week. Dat gaat prima.”
De uitkomsten van het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen worden over ongeveer twee maanden verwacht. ,,We zijn met 28 mensen gestart. Van hen kregen er dertien bijensteken. Een van die dertien is na twee maanden afgehaakt; hij kon het niet aan. Van de twaalf overgebleven proefpersonen heeft er één het afgelopen jaar geen last gehad van terugval. De andere elf wel, onder wie ik. Er zijn bij die het nog veel zwaarder hebben gehad dan ik.”
Op de onderzoeksresultaten wacht Kerkhof dus niet. ,,Voor mij is het wel duidelijk. Ik heb geen bewijs meer nodig. Als uit het onderzoek toch iets anders blijkt, dan is dat jammer voor het onderzoek. Maar voor mij heeft dat geen gevolg. Ik weet genoeg. Ik heb mijn levenslust weer terug.”
De ervaringen van Kerkhof zijn te volgen via het internet. Op karelsbijensteek.nl houdt de Burgumer een weblog bij.

27 maart 2005. Onderstaand artikel per email toegestuurd gekregen.

Bijengif geneest niet maar helpt misschien wel

Het is niet zo waarschijnlijk dat bijengif MS zou kunnen genezen. Maar dat het helpt tegen sommige MS-klachten, dat misschien wel. Dit valt op te tekenen bij raadpleging van enkele mensen die het afgelopen anderhalf jaar betrokken zijn geweest bij een proef met bijengif onder supervisie van prof. dr. J.J.A. De Keyser, verbonden aan het Academisch ziekenhuis van de Rijksuniversiteit Groningen.

Het onderzoek zelf was vooral een zaak van de neuroloog mevrouw dr. D.J. Heersema (universiteit Groningen), de radioloog en amateur-imker dr. T. Wesselius (Gemini-ziekenhuis Den Helder) en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Dit laatste heeft de diverse MRI-scans van de proefpatiënten geanalyseerd. MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging, een techniek om beelden te maken van hersenen en ruggenmerg. “Op die scans is in elk geval te zien dat er iéts gebeurt door het gif”, zegt Wesselius. “Maar wat het precies doet en waarom? Uit de meldingen van de gestokenen zelf is af te leiden dat ze zich iets fitter zijn gaan voelen, meer energie hebben, met name de mensen met een lichtere vorm van MS... maar waardoor?”

De verwerking van de proeven is inmiddels vrijwel afgerond. Niettemin willen de onderzoekers er nog niet veel over kwijt. Ze willen wachten op een officiële publicatie van de resultaten over enkele maanden, mogelijk in het gezaghebbende New England Journal of Medicine. “Het onderzoek is goed afgesloten, verder zeg ik er nu nog niks over”, aldus mevrouw Heersema.

Tweemaal dertien
In totaal hebben tweemaal dertien mensen met MS aan het onderzoek meegedaan, elke groep van dertien een halfjaar. Ze kregen drie keer per week bezoek van een imker die ervoor zorgde dat ze dan telkens twintig bijensteken ontvingen. Om de zes weken zijn alle deelnemers gecontroleerd, onder meer door van hen een MRI-scan te nemen.

De eerste proefpatiënt was Han van Nes uit het Friese Gytsjerk (gemeente Giekerk): “Ik voelde me er heel wel bij. Ik kon plots weer staan zelfs. Ik wil niets anders meer dan dit natuurproduct. Daarom heb ik geregeld dat ik nu, na deze proef, mijn bijensteken kan blijven houden. Die krijg ik nu via een imker in de buurt. Ik laat me alleen niet meer twintig keer per keer steken maar twaalf, want dat bekomt me beter. En ik ga door, hoe ook straks de uitslag van dit onderzoek blijkt te zijn”. Ook 22 andere proef-patiënten hebben laten weten zelfstandig te willen doorgaan met de bijensteken.

Groningen is aan de proef begonnen omdat al geruime tijd berichten opdoken, vooral uit de Verenigde Staten, dat bijengif heilzaam zou zijn voor mensen met MS. Dit mede doordat het gif een buitengewoon sterke ontstekingsremmer zou bevatten. Wesselius heeft het initiatief genomen voor het onderzoek, nadat hij met succes de bijeensteektherapie had toegepast bij zijn echtgenote. Zij heeft al enige jaren MS. “En het gaat nu vrij goed met haar. Ze doet zelfs aan hardloopwedstrijden mee. Maar of dat aan het bijengif ligt is niet meer uit te maken. Mijn vrouw is namelijk enige tijd geleden met de steken opgehouden”.

Waarschuwing
De Groningse proef is financieel mogelijk gemaakt - naar verluidt voor 180.000 euro - door de organisatie MS internationaal (MSi), een stichting die vooral actief is als het gaat om alternatieve therapieën voor mensen met MS. Wesselius waarschuwt op de site van MSi overigens: “Begin zelf nooit zomaar met de bijensteektherapie aangezien er een zeer ernstige allergische reactie kan optreden!”

Dat er ook door deze proef geen waterdicht bewijs te vinden is voor de werking van bijengif komt mede doordat geen sprake kan zijn van een experiment waaraan zonder voorkennis van alle betrokkenen ook mensen een schijnmiddel krijgen, een placebo. Zo'n proef is vooralsnog onmogelijk doordat het gif in de praktijk alleen bij inbreng door een bij zelf blijkt te werken. Het is nog onduidelijk of er een vervolgonderzoek komt.

Bronnen: dr. D.J. Heersema (neuroloog), dr. T. Wesselius (imker en radioloog), Han van Nes (man met MS), MS zien 2003 nr. 4 en de websites www.ms-int.nl en www.noorderlicht.vpro.nl

12 Juni 2005.
 
Tijdens een bijeenkomst met prof. de Keyzer heeft een groepslid vragen gesteld v.w.b. het experiment.Hierover een bericht op deze site gezet: 
 
Telefonisch verslag van Sasje v.w.b. de bijeenkomst met prof. de Keyzer: 
Op vragen over het experiment heeft prof. de Keyzer "off the record" antwoorden gegeven. Maar aangezien dat experiment voor MS-patiënten gehouden is, vind ik het zeer op z'n plaats dat die mensen een antwoord krijgen zodra dit er is. Inmiddels al veel te laat natuurlijk. Het experiment is al een half jaar geleden afgerond. 
De prof (plus de vrijwilligers) ware zeer teleurgesteld geweest over de resultaten. In feite was er nergens van enig resultaat sprake. Want: "ook al zijn er veranderingen zichtbaar op mri-scans, wil dit nog niet zeggen dat het bijengif daarvoor verantwoordelijk is". 
In feite noemde hij een mri-scan nutteloos bij dit soort onderzoeken. Omdat een scan niet aangeeft wat de (on)mogelijkheden bij de mensen zijn. Je hebt mensen met heel veel "witte vlekken" die nog alles kunnen. Maar ook mensen met maar weinig witte vlekken die al bijna niets meer kunnen.
 
Maar goed, ook al is hij heel teleurgesteld en kun je a.h.w. het hele onderzoek in de prullenmand gooien, het experiment heeft ook maar een halfjaar geduurd! Terwijl juist uit de VS duidelijk is geworden dat pas na een half jaar de eerste neurologische verbeteringen plaats gaan vinden. Die hebben dan ook de resultaten van het eerste halfjaar "in de prullenmand gegooid".
 
Er moeten m.i. dus meer onderzoeken komen en dan gebaseerd op de langere termijn (1 tot 2 jaar). Want een halfjaar blijkt nu al in twee onderzoeken helemaal niets op te leveren. 
Namens Sasje, Jelle.
 
27 november 2005 (plus korte aanvulling april 2006). 
 
Een maand geleden werden de definitieve resultaten van dit onderzoek met veel bombarie bekend gemaakt. Eigenlijk onbegrijpelijk maar even opmerkelijk is, dat er aan een mislukt onderzoek zoveel bekendheid werd gegeven. De gehele landelijke pers inclusief het ANP, journaals, alle regionale dagbladen en noem maar op hebben het breeduit gemeten. 
Waarom? Wat is er aan de hand geweest?
 
Conclusies en evaluaties rond het experiment in Groningen. 
 
Hoe heeft het vooronderzoek plaats gevonden?
Is er daarbij iets mis gegaan?
Welke conclusie lijkt gerechtvaardigd?
 
Vooronderzoek vanuit de praktijk: 
Bij het vooronderzoek van dit Groningse experiment zijn er deskundigen uit de praktijk bijgehaald en geraadpleegd. O.a. Marieke Mutsaers, die al jarenlang de bijensteektherapie toepast en deel uit maakt van een mondiale beweging op dit gebied. De Apimondia.
Een groep professoren en artsen en andere therapeuten, die verschillende immuniteitsziekten behandelen met bijengif.
 
Toen zij echter een advies gaf rond de steekplekken (breng het bijengif zo dicht mogelijk bij de probleemgebieden), werd er vanaf dat moment geen prijs meer gesteld op haar advies en werd zij vervolgens door Taco Wesselius volledig aan de kant geschoven.
Men wilde persé bijengif als algemeen middel in het lichaam aanbrengen. Op de benen.
Punt, uit.
 
Het theoretisch onderzoek.
 
Men heeft uitsluitend gebruik gemaakt van de wetenschappelijke gegevens van het PubMed.
En een aantal boeken gelezen.
Maar omdat er op PubMed geen algemeen onderzoek naar bijengif en MS gevonden werd, werd daarmee tegelijkertijd geconcludeerd dat er dus geen onderzoek bestond. Wat een ernstige inschattingfout blijkt te zijn geweest.
Want die onderzoeken (minstens 2) zijn er wel geweest. Echter niet op PubMed gezet.
Eigenlijk waren er meer onderzoeken, maar dat waren zulke kleine onderzoeken dat deze niet in aanmerking komen om te kunnen gebruiken (o.a. van professor Bellanti). 
 
Welke gevolgen heeft deze methode van vooronderzoek gehad?
 
Er is uiteindelijk gekozen om gedurende een half jaar, drie maal wekelijks, 20 steken op de bovenbenen te geven. 
Door hier te steken wordt het bijengif via de bloedbaan door het lichaam verspreid en komt het uiteindelijk ook in het centrale zenuwstelsel terecht. Waar het bij MS ook terecht hoort te komen. Weliswaar in (te) sterk verdunde vorm maar op zich een goede uitgangssituatie dus. Maar laten we de verdere aanpak eens onder de loep nemen.
 
20 steken, drie maal wekelijks.
 
Waarom het 20 steken waren en waarom niet gewoon dagelijks zoals bij ontstekingsremmers altijd wordt gedaan?
Je kunt tenslotte vrij goed uitrekenen welke hoeveelheid je nodig hebt. Dit op basis van wetenschappelijk onderzoek naar de "kracht" van bijengif in verhouding tot b.v. Prednisolon.
Zie voetnoot *
 
En dan blijkt dat men nu alleen maar gebruik heeft gemaakt van sommige "anekdotische" gegevens. De gegevens uit de praktijk, door ms-patiënten in de VS toegepast. Wat men in wetenschappelijke kringen eigenlijk een onaanvaardbare bewijslast vindt. 
Maar waarom maar 20 steken en geen 40 of 50 zoals er bij weer andere ms-patiënten in de VS ook wel wordt toegepast?
 
Een motivatie om deze methode toe te passen is door de onderzoekers nooit gegeven. En welke consequenties dit kan hebben kan ik met een duidelijk voorbeeld aangeven.
 
"De behandeling van hoofdpijn".
Men geeft een patiënt die lijdt aan hoofdpijn om de twee dagen een aspirine te slikken en als de hoofdpijn dan niet over gaat, is hiermee definitief aangetoond dat aspirine bij hoofdpijn niet werkt"! 
Je kunt er om lachen want we weten allemaal wel beter maar wat is het verschil tussen deze behandeling en het onderzoek in Groningen?
 
Vooral nu ik van een Russische professor (Krivopalov)  in de neurologie te horen heb gekregen (april 2006) dat, om een goed effect te verkrijen bij ms-patiënten, het aantal bijensteken minimaal rond de 150 steken per week moet liggen.
Minimaal.
 
Kun je dit alles het onderzoeksteam kwalijk nemen?
 
Eigenlijk wel dus.
Zij wisten enerzijds niet beter en hebben gewoon uitgeprobeerd wat bij een groot aantal ms-patiënten in de VS werkzaam leek te zijn. Volgens zeggen door die ms-patiënten!
Anderzijd is het uit te rekenen.
 
Maar als ze de theorie beter hadden bestudeerd waren ze tot hele andere conclusies gekomen. Niet eens zozeer het aantal steken, want dat heeft best wel effecten bij een beperkte groep ms-patiënten, maar vooral de duur van het onderzoek. 
Dat bijengif pas op de langere termijn (minimaal 7-8 maanden) neurologische effecten heeft, zowel op het gebied van symptomen alsook op het gebied van de laesies.
Tot slot.
 
Het onderzoeksteam heeft een sprong "in het diepe gewaagd" wat op zich prijzenswaardig is.
Maar met hun conclusies zijn ze allerminst in het diepe gesprongen. Nu was alles duidelijk. De resultaten waren aan geen enkele twijfel onderhevig.
Ook geen enkele kanttekening bij hun methode van werken. Wat toch gebruikelijk is bij dit soort wetenschappelijke onderzoeken.
En dat is hen zeer kwalijk te nemen. 
Want dat heeft nogal consequenties gehad voor een groot aantal ms-patiënten. 
 
Bovendien komt hier nog eens bovenop dat de onderzoekers voor het einde van het experiment al beschikten over een ander klinisch onderzoek uit de VS (David Wester) waaruit duidelijk bleek dat de effecten pas in het tweede halfjaar van hun onderzoek vorm begonnen te krijgen.
Dus bij de bekendmaking van hun experiment, was dit ook bekend.
Maar geen woord hierover bij hun presentatie. Geen woord over het feit dat een half jaar behandeling met bijengif dus nooit klinische resultaten te zien geeft. Geen enkele onzekerheid rond de resultaten van hun onderzoek.
 
Jammer voor al die MS-patiënten die nu op het verkeerde been gezet worden. Ik vind het in en in triest dat een groot aantal, vanwege de stellige bewering dat bijengif definitief niet geschikt is bij MS, nu waarschijnlijk besluit om dit dus maar niet te gaan doen. 
"Groningen" heeft heel wat op haar geweten en te verantwoorden met hun stelligheid.
Niet omdat ze gefaald hebben maar omdat ze zaken verzwegen hebben en ook op een zeer dubieuze manier hun mislukte experiment in de openbaarheid hebben gebracht.
 
Waarom heeft een medisch specialist (Wesselius) in eerste instantie wel toegegeven dat bijengif invloed heeft op de MRI-scans (“Op die scans is in elk geval te zien dat er iéts gebeurt door het gif”, zegt Wesselius. “) en hoor je hier later niets meer over? Had hij voor z'n beurt gepraat, niet wetende wat de toekomststrategie zou zijn?
 
Waarom zijn met zoveel bombarie de negatieve resultaten in de openbaarheid gegooid?
Met als waarschijnlijk ergste consequentie enerzijds dat MS-patiënten nodeloos verder aftakelen en dat anderzijds ook dringend noodzakelijk onderzoek in Nederland door b.v. MS-research nu definitief van de baan is.
Voetnoot *
 
Voor een "kuurtje" Pednisolon gaat een neuroloog al gauw uit van 500 mg per dag gedurende 5 dagen. Soms nog aanzienlijk meer. 
Uit de literatuur (wetenschappelijk onderzoek) blijkt dat bijengif ongeveer 100 keer zo krachtig is dan Prednisolon.
Dan is het rekensommetje vrij simpel. Om dezelfde werking te bewerkstelligen, heb je dus 5 mg bijengif nodig.
 
Hoeveel bijengif zit er in een steek?
Dat is niet nauwkeurig te zeggen maar het minimum is absoluut 0,1 mg werkzame bestanddelen (droge stof).
Dus heb je 50 bijensteken nodig om minimaal dezelfde werkingsfactor te krijgen als bij Prednisolon. 
D.w.z. minstens 250 steken per 5 dagen.
En daar steken die 60 steken tijdens het experiment nogal schril bij af. En dan ook nog per week. 
 
Nou is dit wel heel simpel door mij gesteld. Want je kunt mensen natuurlijk niet direct aan 50 steken blootstellen. Daarvoor is een aanloopperiode noodzakelijk. Maar het minst wat het onderzoeksteam m.i. had moeten doen, is wel dit sommetje maken en na het verloop van een paar weken aanloop, toch wel het aantal bijensteken heel wat forser kunnen verhogen dan de in mijn ogen belachelijke kleine hoeveelheid van 20 steken per keer, 60 steken per week.
 
En als ik als imker een Russische kliniek op het internet kan vinden die al meer dan 15 jaar mensen behandelt met bijengif, hadden zij dit ook gemakkelijk moeten kunnen vinden.
En dan waren ze er ook vrij snel achter gekomen dat die kliniek binnen drie weken al gemiddeld op 300 steken had gezeten bij de meest voorkomende vorm van MS.
De RRMS.
 
Omdat die professor in het beginstadium ook was uitgegaan van 7-8 steken per dag. En dat dit in de jaren daarna veel te weinig bleek te zijn.
Wat had "Groningen" op dit gebied veel van hem kunnen leren. En waren de MRI's na 4 maanden al duidelijk aan het veranderen geweest.
Een jaar later. 
Dingen worden steeds erger.
 
Eén van de deelnemers wordt per brief door Wesselius gefeliciteerd met het feit dat van de 23 laesies bij haar tijdens het experiment, er nog maar één over is (zij is doorgegaan met de bijensteektherapie, zoals alle anderen en een half jaar na het experiment heeft Wesselius bij een aantal van de "doordouwers" nog extra scans gemaakt.
Bovenstaande resultaat is dus het gevolg van een jaar bijensteektherapie.
Wat prachtig overeenkomt met de andere berichten, wetenschappelijke verklaringen en clinische onderzoeken (pas vanaf 7-8 maand worden er neurologische resultaten gemeld).
 
Nog erger wordt het als haar en de anderen die door zijn gegaan met deze therapie, beloofd wordt dat er aan het eind van het jaar (december 2005) nog een extra afsluitende scan zal plaats vinden. Wegens z.g. "tijdgebrek" worden deze scans geannuleerd.
 
Als ik medisch specialist was, zou ik "een moord" doen voor die scans.
Want die scans worden dan gehouden na 1,5 tot twee jaar bijensteektherapie.
Kun je je nog een goedkopere situatie voorstellen waarbij de volledige kosten door de patienten zelf worden gedragen?
Is Wesselius opnieuw teruggefloten om die laatste mri's niet door te laten gaan?
 
Wat is er toch aan de hand?
Waar blijven de medisch-ethische kanten van deze zaak?